Krijn van Zee

Krijn van Zee, geboren op 18 februari 1940, begon zijn reis in de wereld van vakmanschap na zijn tijd op de Ambachtsschool. Vanaf zijn vijftiende startte hij zijn opleiding bij De Vries Robbé in Gorinchem. Na enkele jaren trad hij in 1961 in dienst bij Van der Vegt. Zijn ware passies waren het smidsvuur en het beslaan van paarden.

Harmonie aan het Smeedvuur

Krijn en Roelof van der Vegt deelden niet alleen hun passie voor het ambacht, maar ook voor muziek. Roelof (de vader van roel) en Krijn stonden vaak zij aan zij bij het smidsvuur psalmen en gezangen te zingen. Zijn toewijding aan het vak blijkt uit een artikel in Historisch Meerkerk uit 2014, waarin wordt beschreven hoe Krijn van Zee een cruciale rol speelde bij de wagenmaker Jan van Peet.



De Trots van het Rijksmuseum

Een van de meest opmerkelijke projecten waar Krijn aan heeft gewerkt, was het Rijksmuseum. Zijn zoon Maarten heeft een zomer bij dit project geholpen. In de beginjaren bij Van der Vegt creëerde Krijn gevelankers en hekwerkbekroningen voor dit iconische museum. Deze ambachtelijke stukken keerden jaren later terug naar de smederij tijdens de grootschalige restauratie van het museum. Hij herkende ze direct toen hij ze zag.

Harm Struik, in dienst bij Van der Vegt sinds 1 december 1998, herinnert zich Krijns opmerkelijke reactie toen de gevelankers terugkwamen. Krijn wilde zijn eigen werk niet restaureren, waarbij hij Harm de opdracht gaf om dit te doen. Zijn toewijding en trots voor het vak waren onmiskenbaar.

Overdracht en Toewijding

Roel wilde de smederij overdragen aan Krijn, maar een tragisch werkongeval gooide roet in het eten. Krijn besloot om het bedrijf niet alleen over te nemen. Uiteindelijk werd besloten om het bedrijf over te dragen aan zeven medewerkers, waar Krijn een van was. Toch wilde hij zich zo snel mogelijk terugtrekken.  Zijn laatste werk in dienst van Van der Vegt was aan het hek van de Basiliek van de Heilige Nicolaas in Amsterdam, waar een koperen plaatje zijn naam draagt.

Een Leven Gewijd aan Ambacht

In 2000 werd Krijn van Zee onderscheiden als Lid in de Orde van Oranje Nassau.

Op www.boerenwagens.nl staat te lezen: ‘Krijn van Zee Nieuwland in zijn smederij en werkplaats te Meerkerk. De laatste boerenwagensmid, die nog alles weet over boerenwagensmeedwerk. Een man met passie voor zijn vak, geweldig!’

Krijn bleef betrokken bij Van der Vegt en bleef smeden tot 2012, een ongelooflijke 51 jaar lang! Naast zijn vakmanschap werd Krijn door mensen in zijn omgeving beschreven als eerlijk, trouw en positief. Hij laat een onuitwisbare erfenis achter van passie en toewijding aan zijn ambacht.

Posted in Faq

Roel van der Vegt

Roel van der Vegt (voluit Roelof Marinus Van der Vegt ), geboren op 20 januari 1925 in Meerkerk, voelde al vroeg een subtiele druk om het familiebedrijf voort te zetten. Hij had een vurige passie voor smeden en hoefsmeden, maar zijn nieuwsgierigheid ging verder dan dat; dagelijks dook hij bijvoorbeeld in de pagina’s van twee kranten.

Op Weg naar Partnerschap

Op 1 januari 1950 werd hij firmant bij de smederij, die op dat moment drie eigenaren had. Echter, Roels brede interesses maakten het werken in een kleine dorpsmederij niet al te boeiend. Roel heeft veel interesse voor de historie van de gebouwen. Hij trad in het huwelijk met Margaretha van Dijk, bijgenaamd Greet, en samen kregen ze twee dochters: Thonny en Marja.

Greet stond volledig achter Roel en Van der Vegt. Vanaf 19 november 1965 werd Roel met terugwerkende kracht eigenaar van de smederij, inmiddels genaamd ‘fa. R. Van der Vegt en Zn’. Hoewel hij toegewijd was aan zijn bedrijf, nam hij zijn werk niet mee naar huis.

Een Man van Vele Rollen

Hij was actief betrokken bij verschillende verenigingen, commissies en de lokale boerengemeenschap, waarbij hij de handen ineen sloeg met de Rabobank. Zo helpt hij boeren in de omgeving, samen met de Rabobank. In 1971 wordt Roel lid van de Raad van Toezicht van deze bank, in 1975 wordt hij bestuurslid en in 1987 bestuurder van de Rabobank Meerkerk. Bij het afscheid van de Rabobank, in 1993, wordt Roel koninklijk onderscheiden met een Eremedaille in de Orde van Oranje-Nassau in Goud. Roel is ook van 1952 tot 1980 lid van de plaatselijke brandweer en hij wordt uiteindelijk plaatsvervangend commandant. Ook maakt Roel een aantal jaren onderdeel uit van het bestuur van de christelijke basisschool in Meerkerk. Roel is ook kerkelijk actief geweest in de Hervormde kerk te Meerkerk, het jeugdwerk, als diaken en als notabel

Partnerships en Erfgoed

Ondanks geen broers of zussen te hebben, beschouwde Roel Krijn van Zee als zijn ‘broer’, een smid die bij Van der Vegt werkte. Zijn vriendschap met Gijs uit Vianen resulteerde in een samenwerking tussen de bedrijven Van der Vegt en Woudenberg. Beide bedrijven werkten nauw samen aan restauraties van kerken, orgelbalkons en andere historische gebouwen. Roel vaak te vinden op het kantoor van Woudenberg, waar hij offertes maakt voor smeed- of restauratiewerk. Arie Brand, een van de medewerkers van Woudenberg in die tijd, omschrijft Roel als ‘een amicale man en erg collegiaal’.

Roel was betrokken bij elk project en bezocht regelmatig de werklocaties. Zelfs kleine boutjes werden met zorg bewaard voor hergebruik. Een man met een echte oplossingsmentaliteit en een liefde voor aanpakken, zijn vriendelijkheid en collegialiteit waren opmerkelijk.

Overdracht en Verdriet

Omdat Krijn zich daartoe na een ongeval niet meer voldoende in staat acht, draagt Roel op 27 november 1987 de smederij over aan het personeel. Ook na deze overdracht blijft hij nauw betrokken bij het bedrijf. Zo drinkt hij regelmatig een kop koffie op de zaak. Bij de nieuwbouw op de Energieweg slaat hij de eerste paal, legt hij de eerste steen en opent hij de locatie. Ook blijft hij zeer betrokken bij het personeel. Zo spreekt hij op de begrafenis van Fred Kool en belt hij regelmatig met de (in 2012 overleden) weduwe van de smid Krijn van Zee. Op 31 augustus 2009 verloor Roel zijn vrouw Greet en werd weduwnaar op 84-jarige leeftijd. Hij overleed op 9 april 2018 op 93-jarige leeftijd.

Posted in Faq

Roelof van der Vegt

Roelof van der Vegt, geboren op 1 november 1890 in Dalfsen, werd geboren in een familie doordrenkt van ambacht. Zijn vader, opa en zelfs de vader van zijn moeder waren timmermannen. Zijn moeder vervulde de rol van dienstbode. Echter, op jonge leeftijd verloor Roelof zijn ouders en kwam hij alleen te staan.

Het Verlies en Nieuwe Uitdagingen

Wanneer hij 17 is, wordt Roelof wees. Zijn vader (ook Roelof genaamd) sterft namelijk op 23 april 1903 en vier jaar later – op 28 juni 1907 – blaast ook zijn moeder Elisabeth haar laatste adem uit. Mogelijk speelt tbc hierbij een rol, want dat komt dan veel voor. Een jongen van achttien is vaak uit huis en ergens in dienst als leerling, ook buiten de eigen woonplaats. Omdat Roelof al bijna 18 is, is er waarschijnlijk geen voogd of pleeggezin aangewezen.

Roelofs oudste zuster Aaltje trouwt in 1909 en gaat met haar man in het huis van de ouders aan de Vechtstraat 11 Polsbroek wonen. Jan en Gerrit Jan blijven wonen in het ouderlijk huis. Jan is timmerman en Gerrit Jan is wagenmaker. Hij koopt het huis ernaast, Vechtstraat 9. De dubbele deur van de werkplaats is er nog steeds. In 1910 overlijdt Jan en in 1917 gevolgd door Aaltje, waarschijnlijk door de Spaanse Griep.


Reis en Werk

Op 23 maart 1911 vond Roelof werk als knecht bij Smederij Kommers. Het verhaal gaat dat hij aankwam met al zijn bezittingen op zijn rug, vroeg om werk vanwege financiële nood. In die tijd verdiende een knecht tussen de 3 en 6 gulden per week (voor 6 keer 10 tot 12 uur per week), wat tegenwoordig tussen de €40,61 en €81,22 zou zijn.

De reis van Dalfsen naar Meerkerk was ongeveer 130 km te voet, wat zo’n 26 uur in beslag nam. De transportmiddelen in die tijd omvatten vooral lopen, lastdieren zoals paarden met of zonder kar, bootreizen, schepen die werden voortbewogen door roeien, zeilen of boomstammen, en reizen met de trekschuit, voortgetrokken door een paard langs de kant.

Een Nieuwe Start in Polsbroek

Na zijn militaire dienst (1917) vestigde Roelof zich als zelfstandig smid in Polsbroek. Hij huurde een woning en smederij voor 250 gulden (nu €2439,43) met bepaalde voorwaarden. Hij mag bijvoorbeeld de hoefstal-oogijzers en werkbanken gebruiken, maar moet deze op eigen kosten onderhouden en na de huurperiode achterlaten. De huidige adresaanduiding is Dorp 47 in Polsbroek.


Kommers en Van der Vegt

Roelof trouwde op 19 maart 1918 met Maaike Beems en werd zwager van Pieter Kommers. Een jaar later, op 23 september, werd Roelof compagnon van Smederij Kommers, waarbij de naam veranderde naar Kommers en Van der Vegt.

Vakmanschap en Erfgoed

Roelof behaalde zijn Rijksdiploma voorhoefsmid in 1921 en kreeg een zoon, Roelof Marinus van der Vegt, in 1925. Hij overleed op 5 januari 1965 op 74-jarige leeftijd, gevolgd door Maaike op 26 mei 1966. Thonny van der Vegt omschrijft Roelof als een vriendelijke man en een vakman. Lees hier hoe Kommers en Van der Vegt van familie bedrijf naar onderdeel van JAJO ging >

Déjà vu

Ook bij Van der Vegt herhaalt de geschiedenis zich soms. In 2018 verlaat Marc zijn ouderlijk huis in Boekelo, omdat hij leest dat Van der Vegt een leerling-smid zoekt. Hij verhuist naar Dordrecht en gaat bij Van der Vegt smeden. Een tocht van 163 km die gelukkig nu een stuk sneller en makkelijker is af te leggen.

Posted in Faq

De voorvaderen van Van der Vegt

In de wereld van ambachtelijke smederijen hebben de families Stravers en van Iperen een erfgoed gecreëerd dat niet alleen uit ijzer bestaat, maar ook uit verbonden levenspaden en overgedragen tradities.

Geworteld in Ambachtelijke Kennis

Cornelis Stravers, geboren in 1822, kreeg hoogstwaarschijnlijk zijn smidsopleiding van zijn zwager in Leerbroek. De band tussen Stravers en de smid Govert van Merkerk speelde een essentiële rol. De vrouw van Stravers is een zuster van smid Govert van Merkerk uit Leerbroek. Deze connectie strekte zich uit tot de 18e eeuw, toen de familie Van Merkerk al actief was als grofsmid in Vianen. Later verspreidden de broers en zonen van deze familie zich over Leerbroek, Schoonrewoerd, Ameide en Nieuwpoort, waar ze smederijen vestigden. Lees hier meer over de familie Merkerk >

Smederij Stravers

Rond 1850 begon Stravers zijn eigen smederij aan de Noordseweg in Meerkerk. Tijdens de zomers maakte hij handgereedschap voor boeren en in de winter creëerde hij met toewijding prachtige krulschaatsen. Door het vele werk gaat Stravers op zoek naar een knecht.

Het Stokje Doorgegeven: Willem van Iperen

Willem van Iperen, geboren in 1852, trad rond 1870 in dienst bij Stravers. Omdat voor boerenzoon Willem in de landbouw onvoldoende toekomst zit. Zijn huwelijk met Aaltje Stravers (Aaltje dochter van Cornelis had kruidenierszaak) in 1875 verbond hem niet alleen met het vakmanschap, maar ook met familie. Willem had meer talenten zoals zijn talent om door gebed paarden met hoefpijn te genezen, Volgens zijn kleinzoon haalt hij tijdens het gebed een steentje onder het hoefijzer vandaan.

Smederij van Iperen

Vanaf ongeveer 1880 nam Willem van Iperen de smederij van Stravers over. Hij begon met het maken van krulschaatsen en Ameider klompen en voegde later schoonrijschaatsen toe aan zijn assortiment. Rond 1900 begon hij zelfs met de productie van fietsen onder de naam Meerkerkrijwielen, waarbij zijn drie zonen hem hielpen bij de assemblage. Uiteindelijk verkocht hij de zaak in 1914 aan Smederij Kommers toen hij 62 jaar oud was. Lees hier verder hoe Smederij Kommers uiteindelijk Van der Vegt werd >

Posted in Faq

Stoeltjesprofiel

Het klassieke ongeïsoleerde stalen stoeltjesprofiel werd veel toegepast in de jaren ‘20 en ‘60 van de vorige eeuw. Bekende architecten zoals Dudok, Duiker en Peutz gebruikten stoeltjesprofielen vaak in hun ontwerpen.

Stoeltjesprofiel?

De eerste stalen ramen en deuren in de 19de eeuw werden samengesteld uit op de toen bestaande warm gewalste stalen profielen van vijf millimeter dik. Deze werden in eerste instantie ook nog in houten kozijnen geplaatst. Later werden er speciale profielen (gebaseerde op de 5mm dikke profielen) voor ramen en deuren ontworpen en ontstonden er volledig stalen ramen en deuren. De eerste warmgewalste stoeltjesprofielen verschenen aan het einden van de 19de eeuw.

In Engeland bij de firma Crittall ontstond de eerste seriematige productie van stalen ramen. Dit breide zich in het begin van de twintigste eeuw uit naar het Europese vaste land waaronder ook Nederland. Deze stoeltjesprofielen zijn uniek, ze hebben afgeronde hoeken en passen niet op andere gelijksoortige profielen.

Zonnestraal is een project dat rond het begin van de 20ste eeuw gebouwd. De architect; Jan Duiker omschreef het als “een juweel van beton en glas, een voorbeeld van het nieuwe bouwen.” Van der Vegt heeft in 2001 de het staal van dit juweel gerestaureerd en een het pand een tweede leven mogen geven!

Belangrijke walserij in Nederland waren koninklijke fabriek F.W. Braat te Delft, De Vries Robbé te Gorinchem en Montan Staal te Dordrecht. Deze bedrijven produceerde de stoeltjes profielen die in Nederland veel zijn toegepast.

Stalen ramen en deuren zoals hier besproken zijn toegepast tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw. Veel van de panden die in “de tijd” van de stoeltjesprofielen gebouwd zijn worden gerestaureerd/gerenoveerd. Vaak word gedacht dat deze authentieke stoeltjes profielen niet meer leverbaar het tegendeel is waar Van der Vegt heeft deze profielen nog volop op voorraad. Ramen opofferen of met oude resten werken is dus niet nodig!

Stalen ramen en deuren worden weer veelvuldig toegepast in zowel ex- en interieur ontwerpen als de architectuur. Dit is zeker terecht gezien het tijdloze karakter van de ontwerpen en de herwonnen belangstelling voor deze industriële atmosfeer. Naast het gebruik voor restauratie en renovatie van stalen ramen en deuren zijn stoeltjes profielen ook zeer geschikt voor het produceren van nieuwen stalen puien.

Wat Van der Vegt onderscheid van de meesten producenten van stalen deuren is het gebruik van de authentieke stoeltjesprofielen en niet de standaard T-profielen en L-profielen die vaak gebruikt worden.

Door gebruik te maken van de “echte” stoeltjesprofielen kunnen wij ramen, deuren en kozijnen leveren met meer kwaliteit, langere levensduur en een unieke uitstraling.

Het samenstellen van deze profielen gebeurt bij ons in de werkplaats (Bleskensgraaf) op traditionele wijze. Niet machinaal, maar door een vakman die oog heeft voor detail en zijn vak werkelijk verstaat. De garantie op levensduur kunnen wij hierdoor met een glimlach garanderen.

Posted in Faq

Stopverf? Polysiloxanen kit!

Van der Vegt levert stalen ramen en deuren op aanvraag zonder glaslatten, iets wat tegenwoordig de standaard is. Naast de hedendaagse herwaardering voor de industriële, authentieke uitstraling worden er nog veel monumenten gerestaureerd. Projecten waar de authentieke stopverf naden nog goed te zien zijn. Deze stopverf naden zijn kenmerkend voor de bouwstijl van de jaren 30.

Het is daarom voor van der Vegt een verplichting om het ambacht van de stopverf naden niet verloren te laten gaan en aan te passen aan de hedendaagse bouwnormeringen en eisen. Glas wordt bij ons gezet in de polysiloxanen kit wat qua uitstraling identiek is aan de oude stopverfnaden.

Wat is nu precies het verschil tussen de authentieke stopverf en de moderne polysiloxanen kit? Feit is dat er qua uitstraling geen verschil is, maar kwalitatief  zijn er wel veel verschillen:

Stopverf

Een belangrijk nadeel van stopverf is dat het na verloop van tijd gaat craqueleren (uitdrogen) en daardoor zijn functie verliest met als gevolg:

  • Het glas krijgt bewegingsruimte
  • De kozijnen laten tocht en kou door
  • Er ontstaat corrosie (roest) in de glas sponning

Kortom; stofverf schiet te kort als het gaat om wooncomfort en de duurzaamheid van uw stalen raam of deur

Polysiloxanen kit

Het belangrijkste voordeel van polysiloxanen kit is dat het niet gaat craqueleren, maar polysiloxanen kit heeft nog veel meer voordelen:

  • Duurzaam elastisch systeem
  • In bijpassende kleur te leveren
  • Overschilderbaar met watergedragen- en alkydharsverven
  • Verdraagzaam met isolatie- en gelaagd glas
  • Geeft geen rimpels of barsten
  • Onderhoudsarm

Een stopverf look in u project? Kies voor polysiloxanen kit!

Posted in Faq

Bladgoud vergulden

Goud oxideert niet, verliest geen glans, is duurzaam en er is maar een klein beetje licht nodig om goud te laten schitteren. Deze luxe uitstraling en warme gloed zorgen er voor dat mensen goud omarmen. Dit blijk ook uit de vele toepassingen. De gouden bekers bij sport wetstrijden of de Oscars. Het beste is altijd goud.

Door de buigzaamheid en flexibiliteit van goud is het mogelijk om een gram goud te walsen tot er een vel bladgoud van een vierkante meter ontstaat. Met deze zeer dunne velletjes bladgoud kunnen de meest uiteenlopende ornament verguld worden.

Bij Van der Vegt gebeurt het vergulden zoals het hoort, door de smid, met de hand. Dit vereist geduld, precisie en vakmanschap.

HANDWERK HEEFT EEN GOUDEN BODEM


De smid plakt het goud met zijn handen (ja.. zonder handschoenen) dit kan omdat wij bij Van der Vegt vergulden volgens een moderne techniek, met een lijm (acrylmixtion) die niet reageert met de kleine restjes vuil/zweet van de handen. Feit blijft dat het beter is om bladgoud niet met vuile handen aan te raken!

Het goud wat Van der Vegt gebruikt is dikker en sterker dan wat standaard gebruikt word. Dubbel toren goud word dit bladgoud ook wel genoemd. De naam zegt het al het goud is 2x zo dik als het goud wat vaak gebruikt werd.

Een andere positieve eigenschap van het dubbel torengoud is dat er platina door het goud verwerkt zit dit, is een 100% edelmetaal net als goud, en maakt het goud harder en slijtvaster.

Ideaal om buiten toe te passen op objecten van groot tot klein, hekpunten, windvaanen, torenhanen, monumenten, kunstwerken enz.

BLADGOUD NIET MET HANDEN AANRAKEN!


Waarom geld er dan de vuistregen: Bladgoud nooit met blote handen aanraken!?

Dit is vaak waar! Vroeger (en ook nu nog) werden er veel verschillende technieken gebruikt waarbij het zuur/zweet/vuil van uw handen de kwaliteit en uitstraling van het bladgoud kan aantasten. Hieronder behandelen wij een paar technieken:

Polimentvergulden
Dit is een techniek op basis van bindmiddel met eiwit welke aangebracht word op een bolus (het best te vergelijken met een soort klei/gips). Deze techniek kan alleen gebruikt worden voor projecten binnen.

Wanneer bladgoud wat op deze manier verguldt is word aangeraakt dringen er kleine beetjes zweet/vuil door het goud heen. Dit zweet/vuil reageert met de lijm en zorgt voor aantasting van de kwaliteit en uitstraling.

Een voordeel van deze techniek is dat het bladgoud gepolijst kan worden. Door goud te polijsten kan de glans ervan beïnvloeden worden.

Mixtion vergulden
Mixition vergulden is een techniek die gebruikt word voor ornamenten die in de buitenlucht staan. Deze techniek op olie basis lijkt op de techniek die wij bij Van der Vegt gebruiken (acrylmixtion) maar heeft als nadeel dat er door het aanraken zweetdruppeltjes/resten resulteren in zwarte plekken.

Blad zilver met Indische lak
Blad zilver met Indische lak lijkt op bladgoud maar is een stuk goedkoper. In sommige kerken en oude gewelven komen we dit tegen. Na verloop van tijd ontstaat er craquelé in de lak en kan het blad zilver eronder oxideren. Zilver wat oxideert krijgt een donkere kleur. De plaatsen waar de lak beschadigt is komt deze kleur tevoorschijn.

FUN FACT


Bladgoud werd in het begin met de hand geslagen in onder andere Schotland. Dit deden de goudsmeden door kleine beetjes goud op elkaar te leggen met lapjes leer er tussen. Op deze stapeltjes sloegen de schotten net zo lang tot het goud dun genoeg was.

Het meest voor komende ziekte verzuim van deze goudsmeden was:…. een gebroken neus! Hou kan dit? De smeden werden tijden het slaan met de hamer steeds moeier en gingen dichter naar de hamer toe tot.. ze weer klaar wakker waren.

Posted in Faq

Geïsoleerde vs. ongeïsoleerde stalen buiten puien

Stalen kozijnen en deuren zijn van alle tijden en hebben karakter. Maar vooral: ze zorgen voor een unieke uitstraling! Voor een industriële stijl zijn stalen deuren een echte eye-catcher! De slanke rechte lijnen zorgen voor een ruimtelijk effect.

Een belangrijk punt in het ontwerpen van een stalen buiten pui is het kiezen van het juiste profiel. Voor de slankste stalen puien is er bij Van der Vegt keuzen uit twee soorten; de moderne geïsoleerde profielen en de ongeïsoleerde stoeltjesprofielen. Om u te helpen een bewuste keuze te maken hebben we het een en ander tegenover elkaar gezet.

Algemene verschillen

Moderne geïsoleerde profielen

De geïsoleerde profielen zijn strak en recht en hebben een inbouwdiepte van 60mm. Deze profielen zijn modern en fabrieksmatig gevormd. Geïsoleerde profielen zijn exclusiever als de ongeïsoleerde stoeltjesprofielen.

Ongeïsoleerd stoeltjesprofiel

Van der Vegt levert het traditionele, authentieke, ongeïsoleerde stoeltjesprofiel met een inbouwdiepte van 32mm. Deze profielen zijn warm gewalst en hebben een identieke uitstraling als de profielen uit de jaren 30. Deze profielen zijn uit één stuk en hebben een kleinere aanzicht breedte ten opzichte van de geïsoleerde versie. Dat is dan ook de reden dat ze uniek te noemen zijn. Qua uiterlijk worden deze profielen positiever aangeprezen als de geïsoleerde variant.

Verschillen in isolatie

Moderne geïsoleerde profielen

De geïsoleerde profielen van Van der Vegt hebben een thermische onderbreking van kunststof waardoor er geen koudebrug is. Door de ruime inbouwdiepte is er een brede keuze uit verschillende soorten dubbelglas.

Ongeïsoleerd stoeltjesprofiel

De ongeïsoleerde profielen hebben geen thermische onderbreking, maar dat betekent niet dat de pui geheel ongeïsoleerd is. Door de inbouw breedte van 32mm is er plaats voor dubbelglas (4-6-5) en is het grootste oppervlak toch geïsoleerd.

Praktijk

Gerealiseerde projecten laten de verschillen in de praktijk zien.

Geïsoleerde profielen
Ongeïsoleerd stoeltjesprofiel
Posted in Faq

Thermisch verzinken? Schooperen?

Staal is een divers materiaal voor unieke projecten, maar staal heeft een groot nadeel; roest! Gelukkig kunt u het staal laten behandelen door middel van thermisch verzinken of schooperen. Twee behandelingen die veel op elkaar lijken. Ondanks dat het staal met beide behandelingen wordt beschermt door een zinklaag zijn er wel degelijk verschillen. Om een duidelijk beeld te creëren hebben we de twee behandelmethodes in het kort uitgelegd en de belangrijkste voor- en nadelen opgesomd.

Thermisch verzinken?

Door het onderdompelen van staal in gesmolten zink bij ongeveer 450 °C ontstaat er bij het thermisch verzinken een beschermende laag op het metaaloppervlak. Opgebouwd uit een legering van ijzer en zink met daaromheen een sterk hechtende laag zink. Zink dient als opofferingsmateriaal die het staal tegen corrosie beschermt.

Voordelen van thermisch verzinken.

  • Goede hechting
  • Slijt- en stootvast
  • Holtes worden ook beschermd
  • Goede dekking op randen
  • Lange levensduur

Nadelen van thermisch verzinken.

  • Kans op vervorming van dun materiaal
  • Moeilijk na te bewerken
  • De laagdikte. Afhankelijk van dikte van het materiaal
  • Kleurverschillen bij verschillende materialen

 Schooperen?

Schooperen is het thermisch spuiten van vloeibaar zink, aluminium of een combinatie hiervan. Dit op een vooraf schoon gestraald metaaloppervlak.

Hierbij wordt een zinkdraad door een spuitpistool vervoerd en met een vlam verhit. Het vloeibare metaal wordt op het metaaloppervlak gespoten en zal direct stollen in een goed hechtende laag op het te bewerken voorwerp.

Voordelen van schooperen.

  • Meer mogelijkheden qua maatvoering
  • Trekt niet krom tijdens het proces.
  • Goede ondergrond voor coating
  • Ziet er glad uit, geen druipers
  • Zeer goede hechting op gestraald oppervlak
  • Lange levensduur

Nadelen van schooperen.

  • Binnenzijde van profielen kunnen niet/moeilijk behandeld worden.
  • Naden en kieren vloeien niet dicht.
Posted in Faq

Glas in lood

In veel monumentale panden is glas in lood aanwezig dat vaak kenmerkend is voor de uitstraling van het gebouw. Restauratie van het glas in lood is onmisbaar, niet zo zeer omdat er sprake is van achterstallig onderhoud, maar doordat de onderlinge aansluitingen van het glas in lood na jaren niet meer dicht zijn. Met tocht, vocht en lekkages als gevolg. Glas in lood is een kwetsbaar geheel wat nooit helemaal tochtdicht is, ook niet na een flinke restauratie. Om het wooncomfort te verbeteren, moet dit probleem grondig aangepakt worden. Dit kan door middel van voor of achter zet kozijnen.

Voor dat er voor of achter zet kozijnen geplaatst kunnen worden moet het glas in lood eerst grondig gerestaureerd worden hiervoor zijn 2 mogelijkheden:

  • Herstel in het werk
  • Herstel buiten het werk

Natuurlijk is het ook mogelijk om nieuw glas in lood te laten maken.

Herstel in het werk

Tijdens een restauratie in het werk, kunnen er alleen onderhoudswerkzaamheden aan het bestaande glas in lood verricht worden. De draaidelen kunnen wel worden afgevoerd naar de werkplaats en daar een grondige restauratie ondergaan. Een restauratie in het werk geeft meestal niet de gewenste verbetering, dit is echter per project verschillend.

Herstel buiten het werk

Worden de kozijnen gedemonteerd en gerestaureerd in de werkplaats, dan zijn er meer mogelijkheden voor de restauratie van het glas in lood. Doordat de puien uit de gevel worden gehaald, zijn de glaspartijen ook beter toegankelijk en heeft het weer, hoogte en bereikbaarheid geen invloed op de restauratie zelf. Het verwijderen en herplaatsen van de glas is veel eenvoudiger waardoor een beter einderesultaat word behaald.

Nieuw glas in lood
Mocht restauratie van het glas in lood niet meer mogelijk zijn omdat de kozijnen van een ander profiel en met een ander maatvoering gemaakt worden of omdat het glas in lood niet zonder zware beschadigingen te verwijderen is door het oorspronkelijke beglazingssysteem. Dan is het ook mogelijk om door Van de Vegt nieuw glas in lood te laten leveren.

Van der Vegt werkt nauw samen met een glasleverancier zodat er een geheel ontstaat tussen het metaal en glas. Door deze samenwerking en door werkwijze van vroeger te combineren met de hedendaagse materiaal bewerkingstechnieken, ontstaat er een prachtig stukje glas in lood. Puur vakmanschap!

Voor of achter zet ramen?
Zoals eerder besproken is glas nooit lucht/tochtdicht daarom is het aan te raden om bij het restaureren of nieuw plaatsen van glas in lood voor of achter zet ramen toe te passen voor extra comfort.

Wat zijn de voordelen van een raam aan de buitenkant (voor zet raam) of de nadelen van een raam aan de binnenkant (achter zet raam)? Hieronder de belangrijkste voor en nadelen opgesomd!

De voor en nadelen van een extra ruit aan buitenkant (voor zet raam):

Voordelen

  • vocht en wind werend
  • optimale isolatie indien dubbelglas mogelijk is

Nadelen

  • spiegeling aan buitenkant
  • geen glas in lood aan buitengevel

De voor en nadelen van een extra ruit aan binnenkant (achter zet raam):

Voordelen

  • patroon aan buitengevel


Nadelen

  • vocht dringt door glas in lood
  • water kan niet uit constructie
  • vervuiling
  • kans op roest in verband met vocht
  • weinig effect in binnenruimte
Posted in Faq